Fintele Pollinkhove

Bij de samenvloeiing van de Lovaart en de IJzer ligt het gehucht Fintele. Reeds in de 13de eeuw wordt melding gemaakt van een windas, die de Lovaart met de IJzer verbond en de boten over een dam van de ene rivier naar de andere hees. De naam ‘Fintele’ zou een vervorming zijn van de 13de-eeuwse benaming ‘Wind-ele’ en verwijzen naar de plaats (=ele) waar de windas (= winde) stond. Die ‘winde‘ bestond uit twee grote wielen op een dikke as en was opgesteld op de IJzeroever aan de monding van de Lovaart . Aan de wielen waren plankjes bevestigd waarop de vrouwen van Fintele liepen en zo de wielen lieten draaien. Het schip, dat met koorden aan de wielen was verbonden, gleed dan over de weg in een met vet ingesmeerde geul. De vaartuigen die op die manier werden overgeheveld, hadden een laadvermogen van 12 à 15 ton en een diepgang van slechts 50 cm.


Zoals op de gedenksteen bij de brug te lezen is, dateert de eerste steenlegging van het huidige sassencomplex van 1827. De bouwwerken werden uitgevoerd in opdracht van Willem I der Nederlanden.